Bij beken werden vroeger vaak molens gebouwd om er graan te malen, hout te zagen of olie te slaan. Omdat het hier vaak te weinig waaide was men voor de “kracht ” aangewezen op beken.
We weten dat erin Nunhem twee molens gebouwd zijn op de Leubeek namelijk de Ursulamolen en de Elisabethmolen. Op de Haelense beek bouwde men de Vogelmolen.
In een oorkonde uit 1278 staat dat Willem van Horne toestemming geeft om een molen op de Wiere* te verplaatsen naar de Leubeek daar waar nu de restanten staan van de oude Elisabethmolen
De molen stond aan de Zelsterbeek ter hoogte van de huidige brug over de Zelsterbeek in de weg van Haelen naar Roggel. Die brug heet de Weierse brug. Mogelijk was de oorzaak van de verplaatsing ook de geringe hoeveelheid water dat die beek regelmatig voerde waardoor dan niet gemalen kon worden.
Het klooster Elisabeth heeft in 1240 de molen in bezit gekregen, bewijzen zijn daar niet van. Het klooster moest wel belasting betalen aan de heren van Horn. De molen was een banmolen dat wil zeggen dat de bewoners in de buurt verplicht waren daar hun graan te laten malen. De kloosterlingen verpachtten de molen. De molenaar op zijn beurt moest pacht betalen aan het klooster. Die bedroeg elk jaar 20 malder rogge te leveren met Kerstmis, Pasen, Pinksteren en Allerheiligen en als bijzonderheid moest hij op Sint Andries 2 kippen afleveren.
De molen is regelmatig uitgebreid. Vóór de oorlog was het een behoorlijk complex, een boerderij met molen. Op de afbeelding hiernaast kunt u helemaal rechts nog de haan zien waarmee de zakken graan naar boven werd getakeld. Later was er voor extra inkomsten nog een café. Aan de overkant van de Roggelseweg stond nog een kegelbaan.
Tijdens WO II hadden de Duitsers daar een grote hoeveelheid munitie opgeslagen.
Bij de komst van de geallieerden konden ze deze niet snel genoeg afvoeren en besloten daarom maar alles in de lucht te laten vliegen. Van de kegelbaan was toen niets meer over maar ook de molen en een groot deel van de boerderij liepen grote schade op. In het klooster was geen ruit meer heel. Na de oorlog heeft men de molen niet meer opgebouwd. De boerderij is in 1944 gedeeltelijk herbouwd omdat een deel van de schuur was blijven staan en ook de café werd herbouwd.
De locatie werd na de oorlog een tijd lang kampeerboerderij. Later is de café uitgebreid tot wat het nu is.
De Studiegroep Leudal e.o. heeft de schuur verbouwd en daar haar onderkomen ingericht. De vondsten van archeologische opgravingen, heemkundige zaken, de geschiedenis van de tweede wereldoorlog in het Leudal en een aantal zaken die betrekking hebben op de natuur in het Leudal worden geëxposeerd in het Leudalmuseum.
De ruïne van de molen is in 2008 door het waterschap geconserveerd omdat er ernstig verval optrad. In 2014 is de molen gerestaureerd in die zin dat het deel dat zich onder water bevindt gedeeltelijk vervangen is. Men heeft de molen voorzien van een nieuw molenrad en aan het rad een stroomgenerator gekoppeld zodat er groen stroom mee wordt opgewekt. Het geheel wordt nu beschermd door een dak en is nu een toeristische aanwinst voor de gemeente Leudal.
- Wiere is een vijver vóór de molen waarin men het water voor de molen opstuwde.
Geef een reactie