De kloosterhoeve ligt achter het klooster Sint Elisabeth. Hoe oud de kloosterhoeve is en welk oppervlak bij de hoeve hoorde weten we niet.KLOOSTERHOEVE 3
Men vermoedt dat rond 1240 er al een gebouw stond waar
het boerenbedrijf werd uitgeoefend.
De hoeve zou op het landgoed van krijgsheer Willem Vreeholt
Underthens gestaan hebben en zijn eigendom zijn geweest.
De boerderij zal er toen wel iets anders uitgezien hebben dan
nu.
Toen Dirk van Horne na zijn pelgrimstocht naar Compostelia
in Spanje op de terugreis ziek werd is hij liefdevol verpleegd
door de Caulieten.
Als dank voor de goede zorgen mochten deze religieuzen hier
een klooster stichten. Dirk kocht voor hun het landgoed van Willem Vreeholt of een deel daarvan voor de monniken.
In geschriften weten we dat er in 1637 sprake is van verpachting, de kloosterlingen oefenden het boeren-
bedrijf dus zelf niet uit. De pachters voldeden de pacht deels in geld en deels in goederen. Alles was zeer nauwkeurig omschreven en ook werd er in aangegeven wanneer betaald moest worden.
Over goederen die de boer in de tuin bij het huis verbouwde hoefde hij geen pacht te betalen.
De boerderij is in de loop van de jaren uitgebreid tot de gesloten hoeve die het nu is.
Omdat zou weinig van de boerderij bekend is heeft men bij de verbouwing in 1969 opgravingen uitge-
voerd maar veel nieuws is daarbij niet tevoorschijn gekomen.
De fam. Seerden – Scheenen pachtte de boerderij van 1965 tot 1995 van de fam. Geenen – Krul die in die tijd het klooster St. Elisabeth, de boerderij en de gronden in bezit hadden. Ze waren de laatste pachters die er het boerenbedrijf uitgeoefend hebben.
Ze hadden zo’n 10 koeien, een flink aantal voor die tijd, en verdiende geld met fokzeugen. De landbouw stond grotendeels ten dienste van het vee.
Nadat de fam. Seerden – Scheenen de boerderij had verlaten en er aan de kant van de familie Geenen – Krul geen erfgenamen waren kwam de boerderij in het bezit van de familie Houtappel. Omdat de fam. Houtappel geen enkele affiniteit met het boerenbedrijf had verkochten ze in 1958 de Kloosterhof met landerijen en bossen aan Staatsbosbeheer.OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Staatsbosbeheer heeft de boerderij verbouwd en er twee luxe vakantieappartementen in aangebracht.
Tegenover de boerderij staat een bakhuisje. De boerin bakte
daar vroeger met behulp van takkenbossen het brood en de
vlaaien.
In verband met brandgevaar stonden bakhuisje altijd op enige
afstand van de boerderij.
Het huisje functioneert nog en regelmatig kunt u op zaterdag-
morgen daar heerlijk broodjes en Limburgse vlaai proeven.
Bij het opstellen van deze tekst is o.a. gebruik gemaakt van informatie uit: “Rondom het Leudal” no. 124, pagina 87 tot 89 en gesprekken met mevrouw Corrie van Nieuwenhoven – Scheenen en Jo en Mia Seerden – Scheenen.
Uitgave ”Oet vreuger jaore” van H.W.A. Lemmerling.

Geef een reactie