Jan Bertjens is op 30-4-1949 geboren op de Servaasweg in Nunhem, waar hij ook opgroeide.
Hij bezocht de kleuterschool, kreeg les van Jufr. Engels uit Haelen. De kleuterschool was destijds nog gevestigd boven het oude Servaashuis aan de Kerkstraat.
Hij volgde de lagere school bij o.a. Meester Theunissen, Meester Maassen, Juf Geraets en Juf Leppers.
Na de lagere school ging hij naar de ambachtschool in Heythuysen en daarna naar de TVS, een opleiding bij de Staatsmijnen, waar leren met werken gecombineerd werd. Zo is hij ook bij “het gaas” uitgekomen.
Hij leerde de Nederweertse Margriet kennen en samen gingen ze op zoek naar bouwgrond in Nunhem. Ze trouwde in 1976.
Net als vele generatiegenoten, koos Jan er in die tijd noodgedwongen voor, buiten Nunhem te gaan wonen. Inspanningen van Pastoor Neuss en beloftes van politici leverde niets op. Via zijn werkgever, Essent, lukte het uiteindelijk bouwgrond te verkrijgen in Roggel. Waar Jan zich al jaren op zijn plek voelt en zoals we dat van Jan kennen, zeer actief is bij “SV Roggel”.
Het gezin Bertjens werd compleet met de zonen Jeroen en Marc.
Voetbal speelt een grote rol in het leven van Jan. Mede oprichter van SV Nunhem, en spelend lid van het eerste uur. Daarnaast bekleedde hij tot afgelopen zomer een bestuursfunctie. Jan mocht voor de allerlaatste keer het hek sluiten op het moment dat de vereniging ophield te bestaan. Naast zijn spelend lidmaatschap bij de jeugd, speelde Jan een grote rol bij de senioren. Hij was dan ook jarenlang speler, trainer, leider, en verzorgde hij de PR bij de veteranen. Op verzoek van “De Koerier” werden, na enige tijd, de wekelijkse wedstrijdverslagen ingekort. Door de klachten die daarna bij “De Koerier” binnen kwamen kreeg Jan, samen met zijn PR-commissie weer ruim baan. Ik heb nog al die knipsels bewaart geeft hij aan!
Zijn befaamde bosloop-trainingen combineerde hij met de waar-of-niet-waar verhalen uit de oude doos. De aanwezige jury bepaalde of het verhaal waar of niet waar was. Was het antwoord goed, dan kregen de trainende clubleden 10 glazen bier als beloning. Zo vertelde Jan verhalen over de Nunhemse crossclub, ’t straotje en de Hazenpoot. Het ging goed met SV Nunhem in die tijd, het 2e seizoen werden we al kampioen. Zowel het 1e als het 2e team. Dat is het allermooiste wat ik in Nunhem ooit heb mogen meemaken. Jan probeerde zoveel mogelijk wedstrijden uit en thuis te bezoeken. Ook was het Jan die het mini-voetbaltoernooi in Nunhem introduceerde. Jarenlang was “Nunhem” een zeer gezellig en druk bezocht recreatief toernooi waar ieders talent gewaardeerd werd. Nu is hij nog 1x per week actief als trainer van het damesteam in Roggel. Waar overigens ook Nunhems talent voetbalt, zegt Jan met een lach.
Naast zijn activiteiten voor SV Nunhem is Jan ook al jarenlang actief binnen de Parochie St. Servatius in Nunhem. Op verzoek van de toenmalige pastoor Janssen, waarvoor Jan in Roggel ruim 20 misdienaars regelde in tijden van schaarste, heeft Jan zitting genomen in het kerkbestuur.
Momenteel is hij bestuurslid van de kerngroep en bestuurslid van de Servaasbroederschap. Jan is o.a. beheerder van de begraafplaats en andere eigendommen van de Parochie, heeft een rol in het poetsen van het koper en verzorgt samen met Wiel Caris het mos voor de kerststal in de kerk. “dat is zonder twijfel de mooiste kerststal van heel Midden-Limburg, durf ik gerust te zeggen” aldus Jan.
Het grootste project waar Jan, samen met Ruud Muller, aan werkt is de restauratie van de kerk. Op dit moment worden de deuren vervangen en wordt het schilderwerk bijgewerkt binnen en buiten de kerk.
Tijdens de voorbereidingen van de jaarlijkse processie is Jan actief bij het leggen van de bloementapijt op de zaterdag voor de processie. Toen er, enige tijd geleden, onvoldoende zangers beschikbaar waren om de processie vocaal op te luisteren, was het Jan die persoonlijk oud(e) Nunhemmers ging opzoeken om te vragen weer deel te nemen aan het processiekoor. Dat werd een succes.
Samen met Peter Adams nam Jan het voortouw toen ‘Nunhems” aangaf dat de processie, in verband met de bedrijfsveiligheid, niet langer over het grondgebied van “Nunhems Zaden” kon lopen. Het uiteindelijke resultaat van hun inspanningen was de aanleg van de Servaasbrug, zodat St. Job traditioneel gegroet kan worden. Nu zijn we bezig met de restauratie van de Vaandels die in de processie worden meegedragen.
Jan koestert warme herinneringen aan zijn jeugd in Nunhem. Er waren slechts een paar grote gezinnen in het dorp, dus je kwam iedereen overal tegen. Als het voetbalseizoen afgelopen was begon de tijd van de schutterij. In de winterstop was “vasteloavendj” en toneel o.l.v. Joke Gijsman. Allemaal prima op elkaar afgestemd.
Onder leiding van pastoor Neuss werden er jeugdkampen georganiseerd, waaraan Jan nog veel leuke herinneringen heeft. Eerst ging ik mee als deelnemer, later als begeleider, mijmert Jan. “Het eerste jaar was er ’s nachts een mis, waarna er om 01:00u met de fiets naar Koblenz (Bad Hunningen) werd vertrokken, “ vertelt Jan. “Dat waren mooie tijden”. Het 2e jaar gingen we tussen Koln en Bonn met de trein. 200 km op de fiets was toch pittig vaor os bujele, zegt Jan. Later gingen we naar Mol.
De kerk en SV Nunhem lopen als een rode draad door Jan’s leven.
Maar natuurlijk was er meer. In zijn jeugd was Jan ook actief bij wandelclub Sonja, als “wandelend” lid, maar ook als begeleider.
Bij de schutterij van Nunhem was hij actief als trommelaar, voorzitter en als schutter. Trots vertelt Jan dat Nunhem de allereerste schutterij was die het OLS won. Het OLS was in Buggenum, aldus Jan.
De schutterij was een bloeiende vereniging maar werd in de jaren 70 opgeheven vanwege een ledentekort. De buks is nu in bruikleen gegeven aan het Leudalmuseum.
Jan is ook lid van de Carnavalsverening “De Bosuule” geweest en werd in 1972 uitgeroepen tot prins Jan III. Hij reageerde met de spreuk “Drie daag roeadmoos, Paaf Alaaf”.
Ook was Jan ooit lid van het zangkoor en liet hij, in de jaren 60, zijn muzikale talenten, op gitaar, zien in het bandje “outcast”. Samen met Wiel Caris, Ben Philips, Gerard Hansen, Herman Claessen en Harry op het Broek deden ze menig vrouwenhart in de omliggende dorpen smelten.
Jan is sociaal betrokken bij de zieken van Nunhem en bracht geregeld bezoekjes aan o.a. het ziekenhuis in Maastricht om zieke dorpsgenoten te bezoeken. Ook pastoor Schmeits, werd trouw door Jan bezocht toen hij verhuisde naar Heythuysen.
Nog altijd bezoekt Jan 2x per jaar het oorlogskerkhof in Maastricht en Henri Chapelle. Dit doe ik uit respect en dank voor de mensen die hun leven voor ons hebben gegeven. Het maakt veel indruk op hem. Jaarlijks bezoekt hij op 16 november de internationale herdenking bij het Monument van Verdraagzaamheid bij het bezoekerscentrum in Nunhem. Men schrijft altijd Haelen in de kranten, maar het is en blijft Nunhem daar.
Als antwoord op de vraag hoe zijn leven er over 10 jaar uitziet, moet Jan diep nadenken.
Langzaam aan ben ik al aan het afbouwen. Zo train ik de dames van SV Roggel bewust maar 1x per week. De reuma die ik al sinds mijn 49e heb, dwingt me daar soms toe. Jan noemt zijn 4 kleinkinderen een grote hobby en geniet er volop van.
Op de vraag: wat betekent Nunhem voor je? antwoordde Jan: “alles, mooi dorp, samenwerking en hier gebeurt, in tegenstelling tot in andere dorpen, nog alles pro-deo. Mocht de kans zich voordoen dan kom ik terug naar Nunhem”.
In Nunhem wonen een stel andersdenkende mensen met eigen meningen dat maakt het samenwerken soms lastig. Ze hebben gelukkig wel allemaal het “goede” voor met Nunhem.
Mensen vinden mij misschien ook lastig, ik ben recht voor de raap en dat kan misschien niet iedereen waarderen. Ik streef er altijd naar als vrienden uit elkaar te gaan na een overleg of bijeenkomst waar ik mijn bijdrage aan lever. Dat lukt niet altijd, maar het is wel mijn intentie.
Het doel voor ogen houden en meningsverschillen geen hoogtij laten vieren, zijn de succesfactoren volgens Jan.