Ommel is een kerkdorp en behoort tot de gemeente Asten. Het dorp telt zo’n 1000 inwoners. Er bestaat een band met Nunhem.
Rond de bouw van de kapel in dat dorp gaat de volgende legende.
Een rijke koopman, Jan van der Haven, kwam in 1400 met zijn schip vol met kostbare spullen vast te zitten in de Leverzee. De vooruitzichten waren slecht en weldra ontstond er een gebrek aan levensmiddelen
In die nood riep Jan van der Haven Maria aan. In zijn slaap hoorde hij een stem die zei: “Jan, zo gauw je aan land komt ga dan naar Ommel daar is een Mariabeeldje dat verheven moet worden. Als gij dit beloofd zult gij gered worden”
Toen Jan wakker werd stak er een stevige wind op die hem uit de Leverzee dreef. Eenmaal aan land ging hij naar Ommel en vond het beeldje. Hij liet het beeld vergulden maar het goud viel er van af.
Daarop liet hij een kapel bouwen waarin men het beeldje plaatste.
In 1539 sticht Maria Joosten – van den Goor uit Heeze in Ommel het klooster “Maria Schoot”. Het was een z.g. Tertiarissenklooster*. In 1598 wordt het klooster “Maria Schoot” verbonden met de kapel die Jan van Haven had laten bouwen.
In februari 1732 kwamen ongeveer 40 Franciscanessen vanuit Ommel naar Nunhem omdat er in de Nederlanden een verbod dreigde op openbare godsdienstoefeningen en processies. Ze namen het beeldje van O.L. Vrouw van Ommel mee naar Nunhem.
Omdat er zo gauw geen behuizing was namen ze hun intrek in kasteel Ghoor. Het is niet bekend of dat Aldeghoor of Neyenghoor was.
Er werd in Nunhem een nieuw klooster gesticht dat men Mariënschoot noemde. De zuster zouden hier blijven tot 1813.
Over hun verblijf gaat de volgende overlevering:
Enige zusters die in het prieeltje zaten kregen woorden en een en nader dreigde uit te draaien op een echte ruzie. Toen verscheen O. L. Vrouw op dezelfde wijze gekleed als het beeldje. Dit maakte zulke indruk op de kijvende zusters dat ze hun meningsverschil bijlegden.
In 1813 werd het verbod op openbare godsdienstoefeningen en processies opgeheven en besloten de zusters terug te keren naar Ommel.
Zij namen het miraculeuze beeldje mee maar dat ging niet zonder hindernissen.
De legende verhaalt namelijk het volgende. 
Het beeldje is tot tweemaal toe vanzelf naar Nunhem teruggekeerd en
men vond het daar ’s morgens weer “vochtig van den dauw der weide”
op een haag die om het klooster groeide.
De derde maal werd het beeldje in processie afgehaald en naar Ommel gebracht en toen is het daar ook gebleven.
Omdat oude kapel geheel vervallen was heeft men het beeldje toen in de kerk geplaatst.
Tegenwoordig staat het beeldje in een kapel naast de kerk.
De gebouwen van het klooster bestaan nog steeds maar doen nu dienst als kantoorgebouwen van Nunhems Zaden.
Het klooster staat op het bedrijfsterrein van het bedrijf.
Het terrein is alleen toegankelijk voor werknemers en geno-
digden van Nunhems Zaden.
Vanaf de Servaasstraat is de achterkant van het kloosterge-
bouw door de bomen heen te zien.



Geef een reactie