• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de tweede sidebar
  • Spring naar de voettekst
  • Home
  • Dorpsraad
    • Dorpsraadvergaderingen, agenda en notulen
    • Fotowedstrijd 2022
  • Buurt Whatsapp
  • Dorpsraad projekten
    • Wensbus
    • Natuurcompensatie Bayer

Dorpsraad Nunhem (gemeente Leudal)

Nieuws van en voor Nunhemmers

  • Nieuws
  • Servaaskapel
    • Historie
    • Restauratie 2023
    • Donaties kapel
    • Evenementen in en rondom de Servaaskapel
    • Verhalen over de kapel
    • Onze sponsoren
  • Over Nunhem
    • Nunûm in beeldj of sjpreuk
    • Nunhemmers vertellen
  • Recreatie
  • Monumentaal
  • Agenda

Verhalen over de kapel

Veel mensen hebben een mooie, bijzondere, leuke en vaak persoonlijke herinnering aan de kapel, wij zijn op zoek naar deze verhalen. Heb je verhaal dat je wilt delen, dan kan je het mailen of een afspraak maken zodat je het kan vertellen. Neem dan contact op met servaaskapel@nunhem.nl.

Elke keer dat we een nieuw verhaal plaatsen dan komt dat als bovenste op deze pagina.


Pastoor Patrick (47)

Pastoor Patrick Lipsch begon in 2017 als kapelaan in Nunhem. Drie jaar later werd hij onze pastoor. “Ik ben pastoor geworden omdat ik echt een roeping voel. Ik hoop iets te betekenen voor de mensen.”

Pas toen pastoor Patrick in Nunhem kwam werken, leerde hij de Servaaskapel kennen. “De achtergrond van Sint Servaas was mij wel al bekend omdat ik in Maastricht als kapelaan heb gewerkt. Zo bijzonder dat ik hem hier ook weer tegenkwam. Dat ik dit mee mag maken is mij heel dierbaar.”

De Basiliek van Sint Servaas staat in Maastricht. Elke zeven jaar wordt Sint Servaas hier groots gevierd met een Heiligdomsvaart. In 2025 is de eerstvolgende. Dit keer met als thema ‘Wees een Bruggenbouwer‘.

Sinds pastoor Patrick op de hoogte is van de Servaaskapel komt hij er regelmatig. Geregeld neemt hij bezoek mee naar deze bijzondere plek. “In het Servaasseizoen, van de processie in mei tot en met de eerste zondag in september, kom ik hier vaker,” zegt hij. “Dan draag ik elke woensdagochtend de zomermis op. De St. Servaas-litanie is hier onderdeel van.”

Naast de zomermissen worden er in de Servaaskapel huwelijken ingezegend en vinden er dopen plaats. Nog steeds worden kinderen gedoopt met het zuivere water uit de waterput naast de kapel. “Een bijzondere gedachte,” vindt pastoor Patrick, “dat kinderen gedoopt worden op de plaats waar Sint Servaas heeft gestaan. Ze worden hierdoor kinderen van God.”

Saamhorigheid
De magische kerstmarkt heeft veel indruk op hem gemaakt. “Heel bijzonder wat hier is gebeurd,” zegt hij. ”Vol trots heb ik aan mijn collega’s verteld dat de Nunhemse gemeenschap zich ongelofelijk inzet voor het behoud van de kapel. Er waren ontzettend veel mensen die meewerkten. Verbazingwekkend, zo’n hechte gemeenschap in dit kleine dorp.”

In de Servaasprocessie ziet pastoor Patrick parallellen met de kerstmarkt. “Ook dan komt het duidelijke gemeenschapsgevoel naar boven. Jong en oud werken dan mee aan het bloementapijt. En overal langs de route naar de kapel zie je de altaartjes die mensen in hun deuropening zetten, met een Servaasbeeld, bloemen en kaarsen. Prachtig om te zien dat de kapel en de bijbehorende tradities echt leven in de gemeenschap.”

De kapel
Pastoor Patrick merkt op dat de Servaaskapel een plek is die voor veel mensen van grote betekenis is. Hij vindt het mooi om te zien dat mensen die geen verbinding voelen met de kerk, wel naar de kapel gaan. En hij begrijpt dit. “De kapel geeft meer een huiselijk gevoel, ze brengt meer een levende traditie. Ik zeg dit zonder de kerk hiermee te kort te doen. Ook in de kapel zijn de mensen even bij onze lieve Heer. Een kaarsje aansteken met een intentie is al heel waardevol.”

Op de vraag wat de muren van de kapel zouden zeggen als ze konden spreken zegt hij: “Ik hoop dat veel mensen hier kracht en hoop konden halen. En ook dat ze de liefde van God hebben mogen ervaren.”

Pastoor Patrick ervaart een gevoel van vrede in de Servaaskapel. Dit begint al wanneer hij het ‘bergje’ oploopt. “Dan kan ik alles even achterlaten om met God alleen te kunnen zijn. Om zo verbondenheid met hem te zoeken. Telkens als ik dan het bergje oploop kom ik dichter bij onze lieve Heer.”

  • Pastoor Patrick Lipsch werd in 2010 tot priester gewijd.
  • Hij werkte daarna als kapelaan in de samenwerkende parochies van Stein, Berg aan de Maas en Urmond.
  • Van 2011 tot 2017 was hij kapelaan van de parochiefederatie in Maastricht-Oost.
  • In 2017 werd hij benoemd tot kapelaan van de parochies van de federatie Kana (Haelen, Buggenum, Horn, Nunhem, Heibloem, Neer en Roggel), waarvan hij in 2020 pastoor werd.
  • Sinds kort is Pastoor Patrick ook pastoor van de parochiefederatie Tabor, waartoe de parochies van Heythuysen, Grathem, Baexem, Kelpen-Oler en Leveroy behoren. Omdat het bisdom Roermond momenteel geen bisschop heeft, is Pastoor Patrick per 1 februari 2024 benoemd tot administrator (= waarnemend pastoor). Het is de bedoeling dat hij op termijn de officiële pastoor wordt.

Maria (94) Jack (65) en Mike (34) van Hotel Restaurant Café Houben, “de Huiskamer van het Leudal”

Geschiedenis
Het familiebedrijf Hotel Restaurant Café Houben is sinds 1890 gevestigd in Nunhem en ligt tegenover de Sint Servatiuskerk. Peter Houben stichtte het café op 29-jarige leeftijd naast zijn winkel waar letterlijk alles te krijgen was. Van petroleum tot klompen en kruidenierswaren. Het café kreeg de bijnaam “Kerkes Peer” (tegenover de kerk). Uit die tijd is nog bekend dat de gemeenteraadsvergaderingen bij een goede sigaar en een stevige borrel in de huiskamer van huize Houben gehouden werden. Hieruit is de slogan ‘De huiskamer van het Leudal’ ontstaan die sinds 1995 op de voorgevel van het Hotel pronkt.

Kerk en Café

Kerken en kroegen waren vroeger onlosmakelijk met elkaar verbonden. In de nabijheid van een kerk was destijds vaak een kroeg gevestigd. Na een kerkdienst was het een goede katholieke gewoonte om een kopje koffie te drinken in het café, regelmatig volgde dan iets sterkers na de koffie.

Ondanks de kleine ruimte werd het café al spoedig het clublokaal van alle Nunhemse verenigingen. In 1930 werd het voor de eerste keer uitgebreid. Later volgden meer uitbreidingen van het café.

In 1956 nam Maria Houben, kleindochter van Peter Houben, samen met haar man Piet Vullers het café over. Maria vertelt: “Ik ben opgegroeid in het zuiden van Limburg, in Schin op Geul. In 1947 werd ik door mijn ouders verzocht om naar Nunhem te gaan om mijn oma te helpen, de vrouw van Kerkes Peer.”

Toen Maria in Nunhem kwam werken en wonen, leerde ze de Sint Servatiuskerk kennen, de Sint Servaaskapel en Piet, met wie ze verkering kreeg. Tijdens hun verkeringstijd ging ze elke zondag naar de Servaaskapel voor de preek. “Jammer dat er veel veranderd is,” zegt ze. “De preekstoel is weg. En destijds waren er winkeltjes waar je een rozenkrans kon kopen en gewijd water. Voor mij was het een uitje om daarheen te gaan.”

Maria en Piet trouwden en op het moment dat zij het bedrijf overnamen, veranderde er veel. Er werd uitgebreid, zowel zakelijk als op familievlak. Het bedrijf groeide en het gezin telde uiteindelijk drie kinderen, waaronder Jack.

Jack is de vierde generatie in het familiebedrijf. Zijn ouders leidden een druk bestaan maar dat was geen belemmering voor Jack in zijn jonge jaren. “Ik heb een prachtige jeugd gehad,” zegt hij. “Ik ben opgegroeid in een fijne gemeenschap en het was heerlijk hier om te sporten.” De sportzaal, het gemeenschapshuis van destijds, lag tegenover zijn huis naast de kerk.

Jack groeide op met een groot gevoel voor gemeenschapszin. Hij nam dit mee toen hij zelf de zaak overnam, samen met zijn vrouw Rietje. Na een grote renovatie en een uitbreiding van de zaalcapaciteit was er nog meer plaats voor verenigingen. Zoals de Nunhemse muziekvereniging, handboogschieten, de carnavalsvereniging en zo nog meer. Wat begon als café Houben, werd Hotel Restaurant Café Houben, waar al dertig jaar lang verenigingen onderdak vinden.

In 2020 overleed Riet, Jacks steun en toeverlaat. Jack en zijn zoon Mike besloten de handen ineen te slaan en samen de Huiskamer van het Leudal voort te zetten. Mike, de vijfde in de generatie, schuift aan tijdens het interview. Hij deelt zijn herinneringen aan de kapel. “Ik ben opgegroeid met de kapel. Ik was misdienaar en heb meegewerkt aan het leggen van het bloementapijt.” Ook voor Mike is het vanzelfsprekend om zich in te blijven zetten voor de gemeenschap en de kapel.

Sint Servatius
Bij Hotel Restaurant Café Houben kom je Sint Servatius tegen:

  • het gebouw ligt tegenover de Sint Servatiuskerk,
  • de voormalige Servatiusschool werd bij het pand gevoegd,
  • er is grote betrokkenheid met de Servaaskapel.

Elk jaar wordt de patroonheilige Sint Servatius geëerd met de traditionele Sint Servaasprocessie. Na afloop komt de processiestoet naar het café en wordt er gezellig nagepraat. Zo blijft de drukke horecafamilie toch betrokken bij het wel en wee van de kapel.

In 2014, tijdens het 125-jarig bestaan van Hotel Houben, organiseerden zij na de jaarlijkse processie een kermislunch. Iedereen kon voor weinig geld aanschuiven. De kermislunch werd een traditie. Tegenwoordig is er in plaats van een kermislunch een gezellige kermis barbecue. Tegen een gereduceerd tarief ben je van harte welkom om hierbij te zijn.

Jack, Mike en Maria hebben zich altijd ingezet voor Nunhem. En de Servaaskapel is, ook voor hen, onlosmakelijk verbonden met het dorp en zijn bewoners.

Speciaal voor de restauratie van de kapel organiseren Jack en Mike binnenkort een Benefiet Diner:

Benefiet diner “Same väör oos Kepèl”
Zaterdag 13 april 2024 vanaf 19:30 uur

Een onvergetelijke avond met een unieke sfeer, live muziek en tongstrelende gerechten van een 5 gangen diner, inclusief drank.

Wil jij deelnemen aan deze bijzondere avond vol smaak en solidariteit? Ga dan snel naar onze benefietdinerpagina met alle informatie. Er zijn nog een paar kaartjes beschikbaar.


Beeldend kunstenares Truus Naus-Bertjens (77 jaar)

“De liefde voor de Servaaskapel zit in onze genen,” vertelt Truus, geboren in Nunhem. “Dat komt vooral door mijn vader, hij was een prachtig mens. Hij zette zich in voor de Nunhemse gemeenschap en was heel devoot aan de kerk.”

Truus’ vader Jan Bertjens, ook wel Sjeng genoemd, was er echt voor de mensen. En ook voor zijn eigen kinderen. Zowel vader Sjeng als moeder Door stimuleerden hun kinderen in hun eigenheid. Zo kreeg Truus op jonge leeftijd een schetsblok. Het schetsen en het gevoel voor kunst groeide later uit tot iets groots.

Als kind hield Truus al van de rust en de stilte die de kapel uitstraalt. Haar vader nam haar er vaak mee naartoe. “Ik heb er mooie herinneringen aan”, zegt Truus. “Ook dankzij de nonnetjes van het Sint Elisabethklooster. Zij liepen altijd achterlangs ons huis als ze naar de kapel gingen. Ik sloot dan aan en liep met hen mee. De stilte die de nonnen bij zich droegen vond ik geweldig.”

Als 16-jarige ging Truus bij de Gezondheidsdienst voor dieren, te Heythuysen, werken. Ze assisteerde de dierenarts en werkte op het laboratorium. Totdat ze haar grote liefde Ad tegenkwam, met hem trouwde, zwanger werd en stopte met werken. In die tijd was het gebruikelijk dat een vrouw thuisbleef om voor de kinderen te zorgen.

Truus’ ambitie om te creëren groeide. Ze kwam ook graag bij een heeroom van haar man, die net als zij, geboeid was door kunst. Ze wilde zich verder ontwikkelen op dit vlak. Omdat ze alle stijlen van de kunst wilde leren, volgde ze diverse opleidingen, onvoorwaardelijk gesteund door haar man.

Aan de vrije academie in Roermond werkte Truus met klei, om vervolgens klassieke beeldhouwkunst te studeren in Genk. Toen de kinderen gingen studeren, begon ze met de opleiding Plastische vormgeving aan de Hogeschool van Maastricht. Er volgden nog meer kunst gerelateerde studies, zoals glaskunst in Lommel en Hasselt en de hogere graad schilderkunst aan de Academie in Maasmechelen.

Al deze vormen van kunst heeft ze in haar werk met elkaar verweven, met de natuur als grote bron van inspiratie. Truus’ werk werd steeds bekender, vooral haar beeldhouwkunst, wat nog steeds haar grootste passie is.

Sint Servaasbeeld
Ooit stond er een beeld van Sint Servaas aan de voet van de kapel. Van de ene op de andere dag was het beeld op mysterieuze wijze verdwenen. Er moest een nieuw beeld komen en het kerkbestuur dacht meteen aan Truus. Een kunstenares, gelovig, geboren en getogen in Nunhem én toegewijd aan de kapel – alsof het zo moest zijn. Truus kan het zich nog goed herinneren: “Pastoor Schmeits en Herman Brentjes van het kerkbestuur kwamen bij mij thuis en vroegen of ik het nieuwe Servaasbeeld wilde maken. Ik vond het een hele uitdaging en eer om dit beeld te mogen maken.”

De opdracht was dat het nieuwe beeld een klassieke uitstraling zou krijgen. Truus is zowel abstract als klassiek geschoold en in haar werk is duidelijk terug te zien dat ze beide vormen meester is. Daarnaast zijn haar hart en ziel verweven in haar kunst.

Het proces
Een voorbeeld van een klassiek Servaasbeeld werd uit de Nunhemse kerk naar haar atelier in Heel gebracht, Truus’ woonplaats. En zo kon het proces beginnen.

Op een houten pallet boetseerde Truus eerst het beeld uit klei, naar het klassieke voorbeeld. Daarna maakte zij een mal om het oorspronkelijke beeld heen. De klei is vervolgens uit deze mal verwijderd, waarna gemalen hardsteen in de mal is gegoten. Na veel werk heeft ze het beeld uit de mal gekapt en verder afgewerkt. Klaar om plaats te nemen op het ‘oude vertrouwde’ plekje, onderaan de Servaasberg.

Het nieuwe beeld
Op processiezondag 8 mei 1994 ging Monseigneur Wiertz, toenmalig bisschop van Roermond, voor in de processie en zegende het nieuwe beeld in.

Twee maanden later, 4 juli 1994, raasde een grote, verwoestende storm over Nederland. In Nunhem werd een groot aantal bomen ontworteld. Ook de kapel raakte hierdoor zwaar beschadigd. Je zou het een wonder kunnen noemen dat het Sint Servaasbeeld bijna ongeschonden uit de ‘strijd’ kwam. Gelukkig hoefde maar één van Servaas’ handen gerepareerd te worden.

Truus heeft ook nog het kleine Sint Servaasbeeldje gemaakt. Van dit kleine beeldje zijn 500 replicaties gegoten door een beeldengieterij. De opbrengst van deze verkoop was geheel ten behoeve van de renovatie van de monumentale Sint Servatiuskerk, die midden in het dorp Nunhem ligt. Dit kleine beeldje siert nu menig Nunhems huis en tijdens de jaarlijkse processie staan ze vaak in diverse deuropeningen ter verering van Sint Servaas.

Truus kijkt met dankbaarheid terug op het hele proces. Ze heeft het grote Servaasbeeld en het kleine beeldje met bezieling en liefde gemaakt voor de kerk van Nunhem.

Truus’ toewijding aan de kapel is gebleven. Ze komt er nog regelmatig en jaarlijks loopt ze mee in de processie. Ook voor haar is het ondenkbaar als de kapel er niet meer zou zijn. Niet alleen vanwege alle mooie herinneringen, ook voor het fijne, rustige, mystieke gevoel dat de kapel geeft wanneer je er bent.


Frits van Horne (75)

Frits woont in Haelen en hij heeft altijd een speciale band met Nunhem gehad. Als kind was hij hier regelmatig te vinden. Zo was er bijvoorbeeld in Haelen geen bibliotheek maar wel in Nunhem. En een sportzaal, naast de kerk. Hij kwam met vrienden uit Haelen naar Nunhem en dankzij het sporten maakte hij nieuwe vrienden met de Nunhemse jongens.

De Sint Servaaskapel had een bepaalde aantrekkingskracht op Frits. “Ze had iets spannends” vertelt hij. “Door de dieren die destijds onderaan het pad stonden en de zitbanken buiten. Dat had geen enkele kerk of kapel in de buurt. En er hing altijd een bepaalde sfeer omdat de kapel in het bos staat.”

Het branden van de kaarsjes is Frits ook bijgebleven. Wanneer het gezin Van Horne naar het Servaasrestaurant ging, hadden ze een ritueel. Er werd altijd even het pad naar ‘boven’ gelopen om een kaarsje aan te steken. Frits memoreert ook de processie en de waterput; ook in zijn familie werd koorts bestreden met water uit deze heilzame put.

Frits herinnert zich nog een mooie anekdote van het Nunhemse Mariabeeld. Deze staat bij het plein en de processie trekt hier altijd langs. “Heel vroeger woonde Wiel Gijsen, ook wel Gieze-Wiel genoemd in Nunhem” vertelt Frits. “Samen met zijn broer woonde hij in het huis tegenover het Mariabeeld. Gieze-Wiel zorgde altijd voor Maria. Hij legde er bloemen neer en tijdens de processie stond hij er altijd naast als een trouwe bewaker.” Frits heeft hier nog een foto van, deze is in dit artikel te zien.

Gieze-Wiel bij het Mariabeeld
Gieze-Wiel bij het Mariabeeld

Nadat Frits trouwde met Francien uit Neer bleven de bezoeken aan de kapel en de processie. Evenals Frits is ook Francien opgegroeid met de Servaaskapel.

Francien schuift aan en zegt. “Zo’n 50 jaar geleden ging ik vaak met mijn moeder naar het lof in de kapel en de jaarlijkse processie hoorde bij ons leven. Gelukkig is deze bijzondere plek gebleven.”

Frits en Francien hechten waarde aan de tradities van de Servaaskapel. Ze komen naar de kapel voor de kaarsjes, trouwmissen van vrienden en de processie met het prachtige bloementapijt en de openluchtmis. “Het is zeldzaam dat er nog een openluchtmis wordt gehouden” zegt Frits.

Bedevaart in Nunhem, het kruisaltaar dat ooit op de Sint Servaasberg stond.

Inmiddels woont hun oudste zoon met zijn gezin in Nunhem. Frits en Francien zijn er trots op dat hun kleinkinderen wel eens hebben meegeholpen aan het bloementapijt. En dat hun vierde kleindochter Linde in de kapel is gedoopt.

Frits’ hele leven staat in het teken van geschiedenis. Van kleins af aan al werd hij geboeid door historische feiten. En toen hij opgroeide is hij hier, naast zijn werk, mee doorgegaan. Hij onderzoekt en documenteert historische feiten van en rondom zijn geboortedorp Haelen en het Leudal. Zijn fotoverzameling van Haelen en het Leudal is gigantisch. Hierdoor wordt geschiedenis bewaard.

In zijn leven heeft Frits letterlijk en figuurlijk heel wat historie geschreven. Zo is hij al meer dan vijf-en-veertig jaar lid en momenteel zelfs enig erelid van de Studiegroep Leudal. Deze studiegroep geeft tevens het kwartaaltijdschrift ‘Rondom het Leudal’ uit, waarvan Frits al ruim 45 jaar redactielid is en ruim 15 jaar voorzitter. Verder is hij kartrekker van de werkgroep heemkunde, lid van de werkgroep WO-II en mede-initiatiefnemer van Heemkundedag Leudal. Daarnaast fotografeert hij, geeft lezingen, is schrijver van artikelen en maakt stambomen van families in het Leudal.

De processie in vroegere jaren
De processie in vroegere jaren

Terugkomend op de Servaaskapel geven Frits en Francien aan dat het ondenkbaar is als deze er niet meer zou zijn. Niet alleen voor henzelf maar ook uit vanuit historisch belang. Frits zet zich daarom in voor het behoud van de kapel. In het tijdschrift ‘Rondom het Leudal’ wordt er binnenkort een uitgebreid artikel aan gewijd, geschreven door Sef Adams. De Studiegroep stelt hiervoor graag ruimte beschikbaar in “Rondom het Leudal”.

De foto’s die in dit stuk geplaatst zijn komen uit Frits’ archief.
Wil je meer weten? www.bezoekerscentrumleudal.nl/rondom-het-leudal/


Frank (53), Fred (55) en Edith (47), van het Servaas Restaurant

Net voordat corona begon werden Fred en Frank eigenaar van het Servaas Restaurant, naast de kapel. Dat was een pittige start. Vooral ook omdat ze nog bezig waren met de afronding van de verkoop van hun Brasserie Effe in Reuver.

Toch bleven ze positief, Ze hadden zoiets van: “We gaan ervoor!” Mede omdat het voor Fred een vervulling van zijn jongensdroom was. Als kind kwam hij vaak in dit restaurant. Meestal was dat vanwege een blijde gebeurtenis in de Servaaskapel, zoals een doopfeest of het huwelijk van zijn broer. Toen werd de wens geboren om ooit het Servaas restaurant over te nemen. Later, als hij groot zou zijn, dan ….

Dus toen het drie jaar geleden te koop kwam, hoefde hij er niet verder over na te denken. Zijn compagnon Frank was het er helemaal mee eens. En samen met Freds vriendin Edith, die al bij hen werkte, werden ze de uitbaters van deze bijzondere plek.

Fred en Edith werken niet alleen in het restaurant, ze wonen er ook. Elke dag genieten ze van het mooie uitzicht: de kapel, met al het groen eromheen. De Servaaskapel betekent veel voor hen en ze dragen er duidelijk graag zorg voor. Regelmatig lopen ze samen even ‘naar boven’, naar de kapel. Om afval op te ruimen, voor een stukje sociale controle én om een kaarsje met een intentie aan te steken.

Edith gaat iets vaker. Ze vindt rust bij de kapel en ze brandt regelmatig kaarsjes voor mensen die het nodig hebben. Daarnaast is het voor haar ook een plek waar ze haar verdriet om een dierbare toe kan laten. Het is echt een plekje voor haarzelf.

Frank vindt het vooral heel fijn dat mensen een plek hebben waar ze naartoe kunnen voor geruststelling en troost. Als je erin gelooft, kan dat heel erg fijn zijn volgens hem. Hij vindt het ook heel mooi dat de Nunhemse gemeenschap, zowel jong als oud, zich echt inzet om de kapel te behouden. Hij vindt het ook heel belangrijk dat de kapel blijft bestaan. Frank ziet de kapel zelfs als historisch erfgoed.

Kapel
Tijdens de coronaperiode viel het hen alle drie op dat mensen echt behoefte hadden om even naar de kapel te komen. Het was een tijd van angst en onzekerheid. De kapel werd druk bezocht, ook al werd dat niet altijd toegestaan door toezichthouders. Bezoekers bleven komen en gaan. Frank, Fred en Edith zagen dat deze bijzondere plek rust gaf.

Gelukkig is de coronatijd voorbij en kunnen mensen weer naar het restaurant. Sommigen komen na een kapelbezoek met verhalen binnen, anderen zijn stil om een en ander te laten bezinken. En ook de processie met het prachtige bloementapijt trok dit jaar veel bezoekers.

Dat de kapel meerwaarde heeft is voor hen overduidelijk. “Eerlijk is eerlijk,” zeggen ze, “voor ons is het een cadeau dat de kapel er is. Menigeen combineert het met een bezoek aan ons. Zonder de kapel zou het een stuk rustiger zijn qua toerisme.”

Actief
Frank, Fred en Edith zetten zich graag in voor de gemeenschap en de kapel. Zo worden er jaarlijks 250 ijsjes of een donatie naar kindervakantiewerk gebracht. Binnenkort komt er een speciaal ‘Servaas menu’ waarvan alle opbrengsten naar de kapel gaan. En al geruime tijd staat er een grote actiepot op de bar met onder andere het opschrift: ‘Säöme väör oos kepèl.’ Na elk toiletbezoek wordt iedereen uitgenodigd € 0,50 te doneren. Immers, alle kleine beetjes helpen. Ook zijn er al plannen voor de kerstmarkt die gaat komen.

Wat zouden de muren zeggen als ze konden spreken? Fred antwoordt ad rem: “Bij restaurant Servaas zijn ze hard aan het werk.” Edith vult hem aan: “En hier in de kapel kunnen ze tot rust komen.”


Peter

Peter Adams voelt zich evenals vele andere Nunhemse Servaasvereerders zeer verbonden met de Servaaskapel. Hij groeit er als het ware mee op en zijn kennis van de historie ervan is indrukwekkend. Nunhem mag hopen dat hij er ooit nog een boek van maakt.

Peters vader, Jean Adams, was koster in de Servatiuskerk en dirigent van het mede door hem opgerichte Servaaskoor. Daarnaast bespeelde hij het orgel, hetgeen Peters broer Sef van hem tot heden heeft overgenomen. “Mijn vader was regelmatig in de kerk,” vertelt Peter. “Hij was dienstbaar en had een luisterend oor voor iedereen. Hij inspireerde mij met zijn toewijding, passie en ideeën.” Bijvoorbeeld: Toen de Nunhemse schutterij St. Servatius ophield te bestaan, stopte ook de versiering langs de processieroute, zoals de paaltjes met vlaggetjes zetten. “Jij moet dat gaan doen met de 5e en 6e klas”, zei hij. En dat gebeurde dus ook. Eerst op zaterdagmiddag, maar na een paar jaar lagen de paaltjes en vlaggen ‘s zondagsmorgens in de beek. Toen zijn we dat op zondagmorgen vóór de processie gaan doen.

Bezieling in kerk en kunst
De toewijding aan de kerk en de kapel zit in de familie. Peters opa van Kapel in ’t Zand uit Roermond, nam zijn kleinkinderen vaak op zondag mee wandelen naar het Leudal en meestal belandden ze dan bij de Servaaskapel om dan aansluitend een fleske limonade te drinken bij café Servaos.

Een neef van Peters vader, heette ook Jean Adams en was pastoor in Nunhem van 1939 – 1952, evenals een broer van zijn vader, Mathias Adams die emeritus pastoor was van 1974 tot 1978. Pastoor Jean Adams schilderde het interieur van de Servaaskerk, en schonk de kerk drie glas- in-lood-ramen, voorstellend de vier Evangelisten en de Goede Herder. Ook bouwde hij in Nunhem een klein cultureel centrum:” het Servaashuis “. In 1952 ging pastoor Jean Adams met bijzonder verlof om zich volledig te kunnen wijden aan de schilderkunst.

Zijn heeroom Tieske Adams spoorde Peter aan om met de 5e/6e klas om het jaar een kerstgroep te maken, om in de Servatiuskerk te gebruiken. Ook kreeg hij hem zo ver om met de klas van 1973/1974 vanaf de 13e mei tot en met september de wekelijkse Heilige Mis in de Servaaskapel te zingen op de maandagmorgen om half acht.

In zijn jonge jaren liep Peter als misdienaar naast het parochievaandel voorop in de Servaasprocessie. In die tijd was hij ook misdienaar tijdens het zondagse Lof met preek op de Servaasberg. Daarna als beller, scheepjesdrager met wierook en vervolgens het “hoogst bereikbare baantje” als misdienaar met het wierookvat zwaaien tijdens de Servaasprocessie. Na zijn “misdienaarscarrière” liep hij mee als lid van het Servaaskoor en momenteel als spelend lid van de Muziekvereniging Nunhem.

Directeur van de St. Servatius school
Peter bleef na de Kweekschool (onderwijzersopleiding) trouw aan Nunhem en de Servaaskerk. Niet alleen zat hij in het Gregoriaans kerk- en Servaaskoor, in 1970 werd hij aangesteld als de meester van de 5e/6e klas, en later werd hij directeur van de Servatiusschool. Hij heeft veel voor én met zijn leerlingen gedaan. Aangemoedigd door zijn moeder, bedacht en regisseerde hij samen met het schoolteam bestaande uit John Verbakel, Thieu Vries en Tonnie Roumen, een jaarlijkse kerstmusical met alle kinderen van de basisschool. Ook zorgde hij met die kinderen voor de uitbreiding van het bloementapijt dat speciaal voor de jaarlijkse processie op het zandpad naar de Servaaskapel wordt gelegd.

Het bloementapijt
Nadat Peter de versiering langs de processieroute verzorgde met zijn leerlingen nam hij het leggen van het bloementapijt over van Piet Abrahams en Jan Thommassen. “In het begin was dat nog vrij eenvoudig te tekenen. Momenteel heeft het wat meer tijd in beslag om te tekenen in zand wat je een paar dagen van tevoren bedenkt”.
Er moet eerst mos gehaald worden om de tekening te vullen en vervolgens het leggen met eenvoudig te verkrijgen bloemen zoals seringen, lupinen, margrieten, viooltjes, gele brem, de bloemen van de Japanse kers én wit zand van de steenfabriek, geel zand van de Litsberg en rood zand van de tennisbaan.

Peter wilde het grootser aanpakken om een bloementapijt te ontwerpen dat het hele zandpad naar de kapel zou bekleden. Doordat hij bij kweker Tom Bex in Roggel geen viooltjes meer kon krijgen, werd hij door de echtgenote van Tom geholpen aan een nieuw adres, een Gerberakweker. Hij kwam wonderwel (de hand van Servaas?) uit bij andere bloemenkwekers om bloemen te doneren, en met succes. Wielke Caris (gebroeders) was toen jarenlang zijn vaste helper om de bloemen op te halen en aan de kapel om mee op te ruimen. De kinderen van zijn school hielpen met het invullen van het ontwerp zodat er jaarlijks een prachtig bloementapijt bij de kapel kwam te liggen. Het was een vervolg van een bijzondere jaarlijkse traditie. Met dank aan een vaste ervaren groep oud leerlingen, die bovendien ook een functie hebben in deze unieke Servaasprocessie, en de vele vrijwilligers groot en klein, is het mogelijk om dit jaarlijks “karwei” te klaren.

Inmiddels heeft Peter al meer dan 43 ontwerpen gemaakt en nog elk jaar komen mensen van heinde en ver om het tapijt te bewonderen.

Doorgeven aan volgende generaties
Dat de processie inmiddels ook een nieuwe route heeft gevonden kwam tot stand door dat er een verbod kwam om over het Nunhems Zadenterrein te gaan. Peter heeft samen met Jan Bertjens en Ko Romijnse (Nunhem’s Zaden) de Servaasbrug over de beek gerealiseerd. Op 21 mei 2014 werd deze officieel geopend en zondag 25 mei trok de Servaasprocessie voor de eerste keer over de nieuwe Servaasbrug. Peter lag toen zelf in het ziekenhuis en zijn zonen Auke en Hanne zorgden toen met de vaste kerngroep voor het bloementapijt. Nu heeft Nunhem evenals Maastricht een Servaasverering met een Servaaskerk, Servaaskapel, Servaasbrug en het Vrijthof!

In 2017 vormt hij samen met Geert Luyten, Jan Bertjens, Ruud Müller en Dorien Peeters het bestuur van de heropgerichte Servaasbroederschap daterend uit 1917, met als doel de instandhouding van de bijzonder Servaasverering in Nunhem. De drie processievaandels zijn door toedoen van de Stichting Servaasbroederschap gerestaureerd.

Inmiddels is Peter al een aantal jaren met pensioen. Toch geeft hij nog elk jaar een presentatie op scholen over de Servaasprocessie-verering. Op deze manier geeft hij jongeren niet alleen een stuk geschiedenis mee maar laat hij hen ook zien hoe belangrijk samenzijn en samenwerking is.

“Het fundament voor Servaas,
Zijn put, zijn kapel en zijn parochiekerk
ligt in de geboorte van Jezus Christus.”

Tijdens zijn presentatie begint Peter altijd met de basis: “Het fundament van het hele bestaan van de heilige Servatius ligt in de geboorte van Jezus Christus, de mens geworden God, Gods Zoon, Zijn sterven en Zijn verrijzenis.

Corona
De Servaaskapel is van grote waarde voor de gemeenschap, vroeger én nu. Daarover schreef Peter in coronatijd een brief aan de dorpsraad:” Servatius en het Coronavirus”. Een fragment daaruit:

“Op zondag 17 november 1918, kort na het uitbreken van de gevreesde Spaanse griep, (eveneens een pandemie die wereldwijd miljoenen doden telde), werd in Nunhem de eerste “Bidweg tot afwering van de Spaanse griep” gehouden die de twee opeenvolgende zondagen werd herhaald.
De huidige pandemie van het Coronavirus wordt vergeleken met die van de verwoestende Spaanse griep een eeuw geleden. De griep richtte in 1918 /1919 de meest dramatische slachtingen aan van de 20ste eeuw. Momenteel zijn we dus eigenlijk weer 100 jaar terug in de tijd, met alleen het grote verschil dat de wetenschappelijke benadering/bestrijding, en de communicatie vele malen groter is als toen! Echter, de realiteit om het virus zelf te krijgen maakt ons angstig, wat als…..?? en is dus hetzelfde als bij de mensen een eeuw geleden.

Menselijke angst is hetzelfde gebleven, net als de behoefte aan hoop, vertrouwen en troost. In Nunhem zong men vele jaren:

“Steeds tot hulp en troost bereid, is Servatius altijd; en in alle tijd bij leven en dood; Servatius zijt Gij zo machtig en groot!”

Bidden tot God op voorspraak van de Heilige Servatius. Tijdens corona maar ook daarna wordt de kapel dan ook druk bezocht om Servatius aan te roepen voor hulp in allerlei omstandigheden, gepaard gaand met het opsteken van een kaarsje of noveenkaars.
Wederom een bevestiging hoe belangrijk het is dat deze bijzondere plek blijft bestaan. En zo zal het blijven voortgaan.


Dorien (52) en Annie (79)

Een schat aan verhalen komt boven tafel wanneer ik aanschuif bij Dorien en haar moeder Annie. Beiden zijn opgegroeid in Nunhem en verweven met de kapel. Deze fijne plek heeft voor hen een speciale betekenis – het brengt hen een bijzonder gevoel van rust, en mooie herinneringen.

De allereerste herinnering van Annie is dat ze als kind elke zondagmiddag naar de kapel ging voor de preek, het lof, het bidden van de rozenkrans en het zingen van de psalmen. Na afloop kreeg ze altijd een ijsje.

Dorien met haar opa Bertjens

Dorien denkt vooral aan opa Bertjens, de vader van Annie. Hij was metselaar en heel geïnteresseerd in religie en geschiedenis. De liefde voor de kapel hebben Annie en Dorien dankzij hem. Opa Bertjens heeft een speciale plek in Doriens hart. “Hij was in hart en nieren een fervent Servaasvereerder,” vertelt Dorien, “en oma ondersteunde hem daar volledig in.”

Servaasmedaille tegen koorts

Patroon van de koorts
Iedere woensdag haalde opa Dorien en de andere kleinkinderen op om samen naar het bos te gaan. Daar vertelde hij prachtige verhalen en als afsluiting van de middag gingen ze dan altijd even naar de kapel. “Wanneer één van de kinderen of kleinkinderen ziek was kwam opa de Servaasmedaille opspelden, hierop stond het patroon van de koorts (zie foto). En er werd gebeden.”

“De kapel hééft iets.” Mensen openen zich wanneer ze hier binnen zijn.”

Annie heeft bijzondere verhalen over de helende werking van Servaas. Op haar twaalfde had ze kinkhoest. De Servaasmedaille, het drinken van het water uit de put van de kapel en de gebeden hebben haar destijds geholpen met beter worden. Verder kan ze zich herinneren dat er bij ernstig zieke mensen een noveen van negen dagen werd gehouden. Een noveen is een serie van negen gebeden tot God of een heilige. Al biddend liep men van het huis van de zieke naar de kapel en terug. Veel mensen genazen en hadden er steun aan.

Bloementapijt
Voorafgaand aan de jaarlijkse kermis is er altijd een processie met een bloementapijt. De patroonheilige Sint Servatius wordt dan geëerd met de Sint Servaasprocessie. Dit gebeurt traditiegetrouw op de zondag voor Hemelvaart; heel vroeger was het de zondag na 13 mei. Een grote groep vrijwilligers legt dan een kleurrijk bloementapijt op de zandweg richting de Servaaskapel. Dit verhaal kan niet verteld worden zonder Peter Adams te noemen, vindt Annie. Hij is volgens haar een zeer belangrijk persoon achter, onder andere, het bloementapijt. “Peter doet echt alles voor de kapel.”

De Sint Servaasprocessie is een terugkerende traditie die voor Dorien en Annie van grote betekenis is. Niet alleen vanwege Annies eerste communie die ze op de processiezondag van 13 mei 1951 deed. Ook de mooie ritjes bij haar pap achterop de fiets naar de processie toe, zijn haar bijgebleven. Hij droeg op die dag een krijtstreepbroek met een slipjas en de slippen hield ze dan tijdens de fietstocht vast.

Eerst communie van Annie

Tradities
Alle andere keren van de processie zijn Annie even waardevol. Het samenzijn, het bloementapijt, de openluchtmis. Ze is heel blij dat deze traditie is behouden, net als de drukbezochte, zomerse woensdagochtendmissen. Familieleden die in de loop van de jaren verhuisd zijn, komen hier zelfs elke week speciaal voor terug.

De Servaaskapel betekent nog zoveel meer, Annie en Dorien raken er niet over uitgepraat. Voorafgaand aan een buitenevenement wordt er gebeden voor een mooie dag. Een bezoek aan de kapel is een stiltemomentje, of je deelt er een persoonlijk verhaal met een andere bezoeker. Dit heeft Dorien al een aantal keren ervaren. “De kapel hééft iets,” zegt ze. “Mensen openen zich wanneer ze hier binnen zijn.”

Het is een van de redenen dat Dorien zich met hart en ziel inzet om de kapel te redden. Zij is een van de initiatiefnemers achter Säöme väör oos kepèl. Want dit bijzondere plekje dat zo belangrijk is voor heel veel mensen, mag niet verloren gaan.


Renate (57) en haar moeder Karin (78)

De binnenkomst bij Renate thuis begint al goed. Op tafel staat het beeldje van Sint Servaas, gemaakt door kunstenares Truus Naus-Bertjens. Daarnaast liggen twee doopkaarsen en verschillende krantenartikelen.

Karin vertelt: “Mijn man Jan komt uit Nunhem. In onze verkeringstijd wandelden we regelmatig in het bos, langs de kapel. Toen ik de eerste keer de kapel binnenkwam was ik onder de indruk, zo mooi als hij van binnen is. Eenmaal getrouwd met Jan kreeg de kapel een grotere, belangrijke betekenis. Jan was namelijk erg begaan met de mensen uit het dorp. Voor iedereen die het kon gebruiken, stak hij een kaarsje aan in de kapel.”

“Jao, de kerskes van oos pap.” Ook bij dochter Renate heeft de kapel een speciaal plekje in haar hart. Als er iemand ziek was of het moeilijk had, ging Renates pap altijd naar de kapel voor een kaarsje. De kapel roept bij Renate herinneringen op aan haar vader en ook aan haar inmiddels volwassen zoons, die hier allebei gedoopt zijn. De doopkaarsen heeft ze bewaard, die behoren nu toe aan de jongens.

Dan komt de jaarlijkse processie ter sprake. Karin en Renate vertellen enthousiast over de bijzondere sfeer en saamhorigheid. In mei komen, al tientallen jaren, mensen van heinde en ver om bij de processie te zijn. Vroeger was er ook een jaarlijkse bedevaart naar de kapel en de waterput, die volgens de legende heilig water bevat. Heel wat flesjes werden hier gevuld.

“De Servaaskapel is speciaal,” zegt Karin. “Daar is ‘iets’.” Elke woensdagochtend in de zomerperiode is er een mis. Ze is er recent geweest en zal er in de toekomst zeker vaker te vinden zijn. De kapel geeft haar rust, vrede, aanvaarding en het gevoel dat ze gehoord wordt. Ze verwoordt het mooi: “In de kapel is het stil en kom je jezelf tegen.”

Renate herkent het gevoel van rust waar haar moeder over spreekt. Ook zij vindt het fijn dat de kapel er is. Hij is uniek.

Er zijn ook minder fijne herinneringen. De kapel overleefde wonderwel een aardbeving, maar de zware storm van 1994 zorgde voor veel schade, vertelt Renate. “De storm was gigantisch. Brandweer, politie, niemand kon nog bij de kapel komen, de weg was onbegaanbaar, alles lag vol met takken en bomen. Het was een grote ramp.” De krantenknipsels die Karin laat zien tonen de ravage rond de Mariakapel. Toen heeft de Nunhemse gemeenschap zich ook ingezet om de kapel te restaureren.

De kapel leidt tot bijzondere, spontane gesprekken. Zo’n drie jaar geleden liep Renate met haar hond Diesel langs de kapel toen ze prachtig gezang hoorde. Bij de deur stond een man. Hij vertelde haar dat hij en zijn vrouw altijd naar de Servaaskapel kwamen als ze in de buurt waren. Zijn vrouw wilde dan even zingen. Renate herinnert zich het mooie gesprek met het echtpaar.

Als de muren van de kapel konden spreken, wat zouden ze dan zeggen?

“Wat fijn dat je er bent,” zegt Karin, “wij zijn nu samen één.”
Volgens haar zijn er veel tranen gelaten. “Het is fijn voor mensen om te kunnen praten met Servaas, om dingen hardop te kunnen uitspreken, zowel verdriet als dankbaarheid.”

Dochter Renate en moeder Karin hebben beiden mooie herinneringen aan de Servaaskapel. Het is een bijzondere plek, voor iedereen, en dat moet het ook blijven.

De Servaaskapel, een van Renates eerste schilderijen. Wil je graag meer van haar werk zien? Kijk dan eens op https://www.facebook.com/RBLworks

De doop van zoon Dennis in 2002

Dit delen:

  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op X (Opent in een nieuw venster) X
  • Klik om op Pinterest te delen (Opent in een nieuw venster) Pinterest
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp

Primaire Sidebar

Zoeken

Retauratiefonds

De stand van 1 januari 2025 is

€135.767,43

Ik wil doneren

Doe mee!

Nieuws, een mooie foto/video of een spreuk?
Mail de redactie!


Volg ons ook op Facebook

Dorpsraad Nunhem

Wensbus nodig?

Secundaire Sidebar

Pagina’s

  • Servaaskapel
  • Historie
  • Restauratie 2023
  • Doneren
  • Evenementen in en rondom de Servaaskapel
  • Verhalen over de kapel
  • Sponsoren

Footer

Organisaties in Nunhem

  • Gemeenschapshuis St. Servaas
  • Muziekvereniging Nunhem
  • Seniorenvereniging Nunhem
  • Links naar horeca, organisaties/verenigingen en de gemeente Leudal
  • Stichting Children Sponsorship
  • Buurtvereniging Berg en Dal

Abonneer je d.m.v. e-mail

Voer je e-mailadres in om je in te schrijven op e-mailmeldingen over nieuwe berichten.

Vragen, suggesties of opmerkingen?

Neem gerust met ons contact op via onderstaande gegevens.


Dorpsraad Nunhem
Molenbergstraat 21
6083 AW Nunhem

E-mail redactie: redactie@dorpsraadnunhem.nl E-mail dorpsraad: info@dorpsraadnunhem.nl

Copyright © 2025 · Dorpsraad Nunhem · Realisatie: Van der Aa media · Log in