Naast de Leumolen of Ursulamolen ligt een boerderij met de naam Leuhof. Het zal niet verwonderen dat de Leumolen en de Leuhof bij elkaar horen.
In een aantekening op een akte van de heren van Horne uit de 14 eeuw is al sprake van een molen, we nemen aan dat het de Leumolen is. Omdat de Ursulamolen eigendom geweest is van het klooster St. Elisabeths-dal was de hof of hoeve dat hoogstwaarschijnlijk ook omdat de molenaars er woonden.
De molen en de hof waren een leen van de heren van Horne. In het toenmalige feodale leenstelsel (middeleeuwen) is de molen en de hof aan een vertrouweling van de heren van Horne als leen in bezit gegeven.
In de Franse tijd moest er van de Fran-sen een scheiding komen tussen kerk en staat. Een paar kloosterlingen kochten na een onderlinge afspraak op een openbare verkoop beide gebouwen voor een lage prijs.
Voor extra inkomen kon je bij de boerin of molenaarsvrouw een drankje kopen.
In de loop der jaren hebben er in de Leuhof een groot aantal molenaars gewoond. Omdat de molenaar afhankelijk was van de waterstand in de Leubeek en steeds meer molens aangedreven werden door motoren was met malen in de Leumolen geen fatsoenlijke boterham meer te verdienen en kwam de Leuhof leeg te staan. De Leuhof raakte in verval. In 1956 verkocht de Hubert Joseph Marie Croughs de molen en de Leuhof aan de Staat, die beide in beheer gaf aan Staatsbosbeheer. De molen is nu een Rijksmonument waardoor het voortbestaan en onderhoud gegarandeerd zijn. Staatsbosbeheer heeft de Leuhof gerestaureerd en er twee luxueuze appartementen van gemaakt zodat ze uit het onroerend goed ook nog enige inkomsten heeft.
Geef een reactie